5.

Groei en krimp per gemeente

De bevolkingsgroei in Brabant neemt af en vanaf eind jaren '30 zullen steeds meer gemeenten te maken krijgen met een afname van het aantal inwoners. Op termijn zal bevolkingskrimp zich eerst vooral in het landelijk gebied voordoen. De groei concentreert zich in steden.

Demografische ontwikkelingen staan vandaag de dag volop in de belangstelling. De thematiek rond groei en krimp, de binnen- en buitenlandse migratie-ontwikkelingen, maar zeer zeker ook de effecten van de veranderende leeftijds- en huishoudenssamenstelling van de bevolking, waarbij de toenemende vergrijzing en de sterke groei van het aantal alleenstaanden in het oog springen, zijn actuele onderwerpen. Bovendien zijn het thema's die alle beleidsterreinen raken. Ook in Brabant is er meer en meer aandacht voor de gevolgen van de (te verwachten) demografische ontwikkelingen, de veranderingen in omvang en samenstelling van de bevolking, evenals voor de effecten hiervan op 'het wonen' en vele andere beleidsterreinen.

Regionale en gemeentelijke verschillen in groei en krimp

Vergeleken met eerdere prognoses wordt de bevolkingsgroei in Brabant – zeker de eerstkomende jaren – beduidend hoger ingeschat. Desalniettemin laten de prognose-uitkomsten1 zien, dat de bevolkingsgroei in alle Brabantse gemeenten de komende decennia afvlakt en (vervolgens) op termijn op steeds meer plekken zal overgaan in een (lichte) bevolkingsafname. Deze ontwikkelingen liggen goeddeels besloten in de leeftijdsopbouw van de bevolking. Tegenover een (over de hele linie) vrij stabiel aantal geboorten komt als gevolg van de vergrijzing een sterk toenemend aantal sterfgevallen te staan, omdat de omvangrijke (babyboom)generaties uit de eerste twee decennia van na de Tweede Wereldoorlog komen te overlijden. De voorziene positieve binnenlandse en (vooral) de buitenlandse migratiesaldi zullen deze natuurlijke bevolkingsdaling op termijn veelal niet meer kunnen compenseren, met als gevolg dat de groei van de Brabantse bevolking verder zal afnemen en steeds meer gemeenten te maken gaan krijgen met een afname van hun inwonertal.

De regionale en gemeentelijke verscheidenheid in bevolkingsgroei en -afname is evenwel groot. Verschillen in leeftijdsopbouw en de mate van vergrijzing spelen hierbij een rol, evenals (beleidsmatige) migratieontwikkelingen. Vooral op termijn, wanneer de natuurlijke groei omslaat in een natuurlijke afname, zullen de (selectief samengestelde) migratiestromen hierbij meer en meer bepalend worden voor de bevolkingsontwikkelingen.

Figuur 5.1, 5.1a en 5.1b

Verdeling van het aantal gemeenten naar groei of krimp van de bevolking
2000-2050

Figuur 5.1
Figuur 5.1a
Figuur 5.1b

Bevolkingsgroei en -krimp tussen 2000 en 2050

In het recente verleden (2000-2015) heeft een beperkt aantal Brabantse gemeenten (ca. 10%) al te maken gehad met bevolkingskrimp (figuur 5.1/kaart 5a). Bij deze meer incidentele krimp, waarbij het gemeentelijke beeld van jaar op jaar overigens sterk kan verschillen, spelen vooral gemeentespecifieke, negatieve (binnenlandse) migratieontwikkelingen een rol.

Met name samenhangend met de (verwachte) buitenlandse migratieontwikkelingen kennen alle gemeenten in de periode 2015 tot 2023 (feitelijk) en 2023 tot 2030 (prognose) een bevolkingstoename (figuur 5.2 en 5.3/kaart 5b en 5c).

Tussen 2030 en 2040 krijgt 8% van de gemeenten te maken met bevolkingskrimp (figuur 5.4/kaart 5d), allemaal gemeenten in het landelijk gebied. Na 2040 krijgt bevolkingskrimp steeds meer een structureel karakter, waarbij in ongeveer een derde (32%) van de gemeenten in Brabant de natuurlijke afname van de bevolking – meer sterfte dan geboorte – de dominante factor wordt. Vaak gemeenten 'aan de randen' van de provincie en in het landelijk gebied. Zo wordt tussen 2040 en 2050 krimp verwacht in meer dan de helft (55%) van de landelijke gemeenten en in 7% van de gemeenten in het stedelijk gebied (figuur 5.5/kaart 5.e).

Opvallend is dat in en rond de grotere gemeenten de bevolking nog langere tijd (licht) blijft groeien, terwijl voor de kleinere 'plattelandsgemeenten' al eerder bevolkingskrimp in het verschiet ligt2. De jongste regionale bevolkings- en huishoudensprognose van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)3 laat eveneens dit beeld zien.

Kaart 5a t/m 5e

Gemiddeld jaarlijkse bevolkingsgroei (of krimp) in Brabantse gemeenten
2000-2050

Kaart 5a
Kaart 5b
Kaart 5c
Kaart 5d
Kaart 5e

Zie ook: gemeentenamen

Demografische ontwikkelingen raken alle beleidsterreinen

Demografische ontwikkelingen en alles wat hiermee samenhangt, zullen de komende tijd een grote rol (blijven) spelen. Hierbij gaat het er om, de bewustwording over het veranderend demografische perspectief te blijven vergroten. Juist daarom ook is 'demografie' een centraal thema in het provinciale beleid4 en een onlosmakelijk onderdeel van de 'Brabantse agenda'. Immers, de afnemende groei en op termijn (in tal van gemeenten) krimp van de bevolking heeft voor vrijwel alle beleidsterreinen grote gevolgen. Hierbij zijn vooral ook de (sterke) veranderingen in de leeftijds- en huishoudenssamenstelling van de bevolking van belang.

Veranderingen in leeftijdsopbouw kunnen bijvoorbeeld grote gevolgen hebben voor de potentiële beroepsbevolking (effecten op de arbeidsmarkt) en de sterke toename van het aantal ouderen zal de nodige effecten op de 'zorgmarkt' met zich meebrengen.
Voor de woningmarkt zijn naast leeftijdsspecifieke veranderingen ook de huishoudensontwikkelingen relevant. Het aantal huishoudens bepaalt in grote lijnen de kwantitatieve behoefte (hoeveel woonruimte is er nodig, hoeveel te bouwen), terwijl de leeftijds- en huishoudenssamenstelling van invloed is op de kwalitatieve behoefte (wat is gewenste samenstelling van de woningvoorraad, voor wie en wat te bouwen).
Bovendien kunnen demografische ontwikkelingen ook sterk van invloed zijn op de gemeentelijke financiën (opbrengsten grondbedrijf, inkomsten uit lokale belastingen) en op de samenstelling en betaalbaarheid van het voorzieningenpakket (leefbaarheid). Daarnaast is van belang, dat de regionale verscheidenheid rond het thema 'bevolking en wonen' groot is en ook groter lijkt te worden; binnen Nederland, maar ook binnen Brabant. Naast gebieden met groei zullen er meer ontspannen gebieden zijn en (op termijn) gebieden met krimp.