1.

Prognoses vergeleken

Vergeleken met de vorige prognose ligt de groei van de Brabantse bevolking duidelijk hoger. Dit hangt vooral samen met de hoger ingeschatte buitenlandse migratiesaldi.
Ook de woningvoorraad bereikt een grotere omvang. Naast de hogere bevolkingstoename speelt hierbij de sterke huishoudensgroei een rol.

Hogere bevolkingsgroei, vergeleken met de vorige prognose

Volgens de nieuwe provinciale bevolkings- en woningbehoefteprognose neemt het inwonertal van Noord-Brabant toe van ruim 2.625.000 in 2023 tot 3.000.000 mensen in 2050. Dit betekent dat de Brabantse bevolking de komende decennia naar verwachting nog met 375.000 personen zal groeien. Vergeleken met de vorige prognose uit 20201 ligt de bevolkingsgroei beduidend hoger (figuur 1.1). Wel neemt de bevolkingstoename in de loop van de prognoseperiode af, van een jaarlijkse groei met ruim 20.000 mensen de eerstkomende jaren tot zo'n 8.500 in 2050. In 2050 telt onze provincie ruim 150.000 inwoners meer dan in de prognose uit 2020 werd verwacht. Het verschil tussen beide prognoses wordt verklaard door de naar boven toe bijgestelde buitenlandse migratiesaldi.

Figuur 1.1

Bevolkingsomvang
Noord-Brabant, 2000-2050

Meer woningen nodig

De woningvoorraad2 bereikt eveneens een grotere omvang in vergelijking met de vorige prognose (figuur 1.2). De hogere bevolkingsgroei speelt hierbij uiteraard een rol. Samen met de vergrijzing en de individualisering leidt dit tot een sterke groei van het aantal huishoudens (en dus de vraag naar woonruimte). Verwacht wordt dat er in Brabant in 2050 zo'n 1.445.000 woningen nodig zijn om in de woningbehoefte te kunnen voorzien, zo'n 85.000 woningen meer dan de ramingen uit 2020.

Figuur 1.2

Woningvoorraad
Noord-Brabant, 2000-2050

* In de 'woondeal-variant' zijn de woningbouwaantallen vanuit de Nationale Woon- en Bouwagenda (maart 2022) vewerkt. Deze (hogere) aantallen hebben ook als basis gediend voor de Regionale Woondeals (ondertekend in maart 2023).

In lijn met de Nationale Woon- en Bouwagenda3 is tussentijds de woningbouwopgave (vanuit de prognose uit 2020) wel naar boven toe bijgesteld. Op basis van de bestuurlijke afspraken tussen Rijk en provincie, verwerkt ook in een viertal Regionale woondeals4, is de opgave komen te liggen op een voorraadgroei van (netto)5 zo'n 120.000 woningen in de periode 2022 t/m 2030, ruim 14.000 woningen hoger dan met de prognose uit 2020 geraamd was. Vergeleken met deze tussentijdse bijstelling van de woningbouwaantallen komt de nieuwe prognose (uit 2023) met een groei van ca. 133.500 woningen over de (vergelijkbare) periode 2022 t/m 2030 opnieuw zo'n 14.000 woningen hoger uit.

Al met al wacht Brabant nog een flinke bouwopgave, met een duidelijk accent op de eerstkomende jaren. Van de ruim 265.000 woningen die er tot 2050 nog aan onze voorraad moeten worden toegevoegd6, zullen er tot midden jaren '30 een kleine 165.000 bij moeten komen, bijna twee derde dus van de opgave tot 2050. Dit om de komende jaren de verwachte groei van het aantal huishoudens op te kunnen vangen en bestaande woningtekorten terug te dringen. Tot 2035 ligt de groei daarmee op gemiddeld zo'n 13.500 woningen per jaar. Na 2040 komen de jaarlijkse groeicijfers op een kleine 6.000 woningen te liggen.