3.

Binnenlandse en buitenlandse migratieontwikkelingen

De komende tijd wordt in Brabant een licht positief binnenlands migratiesaldo verwacht van gemiddeld zo'n +1.000 personen per jaar. Dit is in lijn met het gemiddelde saldo over de laatste jaren.

Het buitenlands migratiesaldo is vooral na 2015 sterk toegenomen. Ook de komende tijd worden positieve buitenlandse saldi verwacht, waarbij het gemiddeld jaarlijks saldo terugloopt van ruim 20.000 in 2023 tot zo'n 12.000 personen vanaf 2030.

Bij de sterke demografische veranderingen die zich sinds het begin van deze eeuw in Noord-Brabant aftekenen, springen vooral de ontwikkelingen rond de binnen- en buitenlandse migratie(saldi) in het oog. Het 'migratiebeeld' wordt gekenmerkt door forse schommelingen. Zo zijn de positieve binnenlandse migratiesaldi uit de jaren '90 vanaf 2002 omgeslagen in negatieve saldi. Met uitzondering van 2016 en 20221 zijn de binnenlandse saldi de laatste 10 jaar steeds weer (licht) positief, en met name in de jaren 2017 t/m 2019.
Voor de prognoseperiode is – in lijn met het gemiddelde saldo van de laatste jaren – uitgegaan van een licht positief binnenlands migratiesaldo van gemiddeld ca. +1.000 personen per jaar (figuur 3.1).

Figuur 3.1

Binnenlands migratiesaldo
Noord-Brabant, 1980-2050

Het beeld dat de buitenlandse migratie oproept is eveneens sterk wisselend. Positieve buitenlandse saldi hebben tussen 2002 en 2008 plaatsgemaakt voor negatieve saldi. Sedertdien kent Brabant weer positieve en – vanaf 2015 – bovendien sterk toegenomen buitenlandse migratiesaldi. Vanaf 2016 liggen de saldi steeds zo tussen de 12.500 en 20.000 (in 2021). Vooral ook door de komst van vele vluchtelingen uit Oekraïne lag het buitenlands migratiesaldo – het verschil tussen het aantal immigranten en emigranten – in 2022 op een uitzonderlijk hoog niveau (+37.100)2 (figuur 3.2). Niet eerder – gemeten vanaf 1950 – kende Brabant een dergelijk hoog buitenlands migratiesaldo. De bevolkingsgroei in Brabant wordt de laatste jaren vrijwel volledig bepaald door de (sterk) toegenomen buitenlandse migratiesaldi, vanaf 2015 voor ruim 95%.

Vergeleken met de vorige prognose en in lijn ook met de (hogere) saldi die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de komende jaren voor geheel Nederland verwacht3, is – ook voor Brabant – uitgegaan van een beduidend hogere buitenlandse migratieraming. Zoals af te leiden uit de CBS-prognose worden voor de eerstkomende jaren saldi verwacht van rond de 20.000. Richting 2030 lopen de (positieve) buitenlandse migratiesaldi terug tot een vanaf dat moment min of meer structureel verondersteld niveau van gemiddeld zo'n 12.000 personen per jaar (figuur 3.2).

De vloeiende lijnen van de geprognosticeerde binnen- en buitenlandse migratiesaldi weerspiegelen uiteraard niet de jaarlijks (sterk) fluctuerende feitelijke migratieontwikkelingen. In een prognose wordt immers veeleer getracht een meer structureel (gemiddeld) beeld te schetsen, in plaats van de grilligheid van jaar op jaar in te schatten. Wel is duidelijk dat er met name rond de verwachte (buitenlandse) migratieontwikkelingen relatief grote onzekerheidsmarges bestaan. Het is een van de redenen de provinciale bevolkings- en woningbehoefteprognose regelmatig te actualiseren, om zo de (soms grote) effecten hiervan op de bevolkingsgroei en woningbehoefte in te kunnen schatten. De recente demografische ontwikkelingen in Nederland en ook in Brabant zijn hiervoor een duidelijke illustratie.

Figuur 3.2

Buitenlands migratiesaldo
Noord-Brabant, 1980-2050

Binnenlandse migratie

Sinds de millenniumwisseling heeft Brabant een groot aantal jaren gekend (2002 t/m 2010) met een negatief binnenlands migratiesaldo. Een enkel jaar daargelaten (2016 en 2022) zijn de binnenlandse saldi de laatste tijd over het algemeen weer (licht) positief en hebben zich vrijwel onafgebroken weer (iets) meer mensen vanuit de andere provincies in Brabant gevestigd, dan dat er vanuit onze provincie naar elders in Nederland zijn vertrokken.

Per saldo verliest Brabant vooral migranten aan de Noordvleugel van de Randstad (figuur 3.3). Met name van de jongvolwassenen (15-29 jarigen) vertrekken er meer uit onze provincie dan zich er vestigen (figuur 3.4). Economische factoren, zoals de werkgelegenheidsstructuur en het hiermee samenhangende arbeidsaanbod spelen hierbij mogelijk een rol, evenals het aanbod van onderwijsvoorzieningen. De veelal positieve binnenlandse migratiesaldi van de laatste jaren impliceren echter dat de negatieve saldi van jongvolwassenen doorgaans wel (meer dan) gecompenseerd worden door positieve saldi in de overige leeftijdscategorieën. De toenemende druk op de Randstedelijke woningmarkt en de 'uitstralingseffecten' hiervan op omliggende regio's kunnen hierbij eveneens een rol spelen4.

Binnen Brabant zijn het vooral de landelijke gebieden die per saldo jongvolwassenen zien vertrekken (figuur 3.4b). Dit vertrekoverschot werd lange tijd niet goedgemaakt door vestigingsoverschotten in de andere leeftijdscategorieën, een beeld dat de laatste jaren (vanaf 2018), wellicht ook als gevolg van de toegenomen druk op de stedelijke woningmarkt, wat lijkt te kantelen. In de stedelijke concentratiegebieden zien we juist een ander beeld: vestigingsoverschotten van jongvolwassenen en veelal lichte vertrekoverschotten in de leeftijdsgroepen van 30 t/m 64 jaar (figuur 3.4a).

Figuur 3.3

Binnenlands migratiesaldo naar landsdeel
Noord-Brabant, 2000-2022


Zie ook: Toelichting op de gebruikte gebiedsindeling

Figuur 3.4, 3.4a en 3.4b

Binnenlands migratiesaldo naar leeftijd
2000-2022

Buitenlandse migratie

Zoals gezegd vertonen de buitenlandse migratiesaldi van Brabant de laatste jaren een nogal grillig verloop. Opvallend zijn de (sterk) negatieve saldi in de periode 2002 tot en met 2007. Het leidde in die periode tot de laagste bevolkingsgroei in onze provincie, gemeten vanaf 1950. Vanaf 2008 is het buitenlands migratiesaldo echter weer (sterk) positief, met saldi die de laatste jaren zijn opgelopen tot +19.000 in 2021 en liefst +37.000 in 2022 (een verdubbeling die goeddeels samenhangt met de opvang van Oekraïense vluchtelingen). Hiermee kan meer dan de gehele bevolkingsgroei in 2022 (+33.300) worden verklaard.

De algehele omslag naar (structureel) hogere buitenlandse migratiesaldi wordt deels verklaard door de toename van het aantal (arbeids)migranten uit de (jonge) lidstaten van de Europese Unie (figuur 3.5). Inzoomend op het totale buitenlandse saldo in de periode 2015 t/m 2022 laten de migratiecijfers zien dat een kleine 50% per saldo afkomstig is uit Europa (excl. Nederland), en daarvan weer bijna 60% uit Midden- en Oost-Europese EU-landen. De andere (iets meer dan) 50% van dat totale saldo komt voor rekening van migranten van buiten Europa: kenniswerkers, studenten en vluchtelingen.
Wat de leeftijdsverdeling betreft, worden de buitenlandse migratiecijfers voor het grootste deel bepaald door 20-ers en 30-ers (figuur 3.6). Buitenlandse migratie heeft hierdoor – via een wat hogere natuurlijke aanwas (meer geboorten) – ook een meer indirect effect op de bevolkingsgroei (zie ook hoofdstuk 2).

De geschetste ontwikkelingen doen zich – in grote lijnen – zowel in het stedelijk als in het meer landelijk gebied voor. De buitenlandse migratie is verspreid over geheel Brabant en vrijwel overal in onze provincie is het inmiddels de belangrijkste factor met betrekking tot de (recente) groei van de bevolking. In grote lijnen bestaat er – Brabant-breed – een vrij grote mate van overeenkomst in omvang (uiteraard in verhouding tot het inwonertal), ontwikkeling, patroon en samenstelling van de buitenlandse migratiesaldi.

Vergeleken met de vorige prognose (uit 2020) is uitgegaan van een (structureel) hogere instroom van buitenlandse migranten, die zich – naar rato van het inwonertal – voor een belangrijk deel in het stedelijk concentratiegebied zullen vestigen, maar dus deels ook in het landelijk gebied. Hoewel minder omvangrijk dan het aantal immigranten, zal ook de emigratiestroom toenemen. Een hoog immigratieniveau levert op termijn doorgaans ook weer de nodige emigranten op (retourmigratie), zoals ook zal gelden voor een (groot) deel van de naar ons land gevluchte Oekraïners. Hierbij speelt ook het toenemend belang van arbeid en studie als migratiemotief een rol, omdat een (groot) deel van deze migranten ons land na verloop van tijd weer verlaat5.

Figuur 3.5

Buitenlands migratiesaldo naar herkomst
Noord-Brabant, 2010-2022


Figuur 3.6

Buitenlands migratiesaldo naar leeftijd
Noord-Brabant, 2010-2022

Migratie per gemeente

Omdat in de provinciale prognose het gemeentelijk schaalniveau de basis vormt voor de vooruitberekeningen, zijn de (verwachte) binnen- en buitenlandse migratiesaldi voor Brabant als geheel vertaald naar de individuele gemeenten. Hierbij is rekening gehouden met het provinciale beleidsuitgangspunt van concentratie van verstedelijking6. Zowel bij de verdeling van de binnenlandse als de buitenlandse migratie(saldi) over de Brabantse gemeenten zijn beleidsmatige en trendmatige aspecten meegenomen.
Zo zijn op grond van de (hierboven beschreven) analyses van de buitenlandse migratie en gelet op de feitelijke verdeling van die migratie over zowel het stedelijk als het landelijk gebied in de afgelopen jaren, de verwachte positieve buitenlandse migratiesaldi7 in de nieuwe prognose verdeeld over alle gemeenten in Brabant8. De (licht) positieve binnenlandse migratiesaldi zijn toegerekend aan gemeenten in het stedelijk concentratiegebied9.

Op deze wijze vormgegeven wordt – in lijn met het provinciale verstedelijkingsbeleid en het principe van concentratie van verstedelijking – nog altijd het grootste deel van zowel de binnen- als de buitenlandse migratie toegerekend naar het stedelijk concentratiegebied. Door naast beleidsmatige ook trendmatige aspecten in de prognose op te nemen wordt echter wel meer recht gedaan aan de feitelijke (recente) bevolkings- en migratieontwikkelingen in Brabant en kan ook (beter) worden ingespeeld op actuele ruimtelijke opgaven en vraagstukken, bijvoorbeeld met betrekking tot de (verwachte) groei van de woningvoorraad.